Service en onderhoud van handbrandblusapparatuur

Overeenkomstig § 3 van het besluit van de minister van Binnenlandse Zaken en Bestuurszaken van 7 juni 2010 betreffende de brandbeveiliging van gebouwen, andere gebouwen en terreinen (Staatsblad 2010, nr. 109, punt 719) moet de brandbestrijdingsapparatuur in een inrichting worden gemaakt volgens een ontwerp dat is goedgekeurd door een brandbeveiligingsdeskundige, en is de voorwaarde voor het gebruik ervan dat tests en onderzoeken worden uitgevoerd die geschikt zijn voor de betrokken apparatuur en de goede werking ervan bevestigen.

Brandbestrijdingsapparatuur en draagbare en mobiele brandblussers moeten worden gecontroleerd en onderhouden in overeenstemming met de beginselen en op de wijze die zijn vastgelegd in de Nederlandse normen voor brandbestrijdingsapparatuur en brandblussers, in de technische en operationele documentatie en in de gebruiksaanwijzingen van de fabrikanten ervan.

Technische inspecties en onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd met door de fabrikant vastgestelde frequentie, maar ten minste eenmaal per jaar. Slangen die deel uitmaken van interne hydranten moeten om de 5 jaar op maximale werkdruk worden getest, in overeenstemming met de Nederlandse norm voor het onderhoud van interne hydranten.